20. acht het noodzakelijk in de ruimtelijke ordening het raakvlak tussen land en zee te versterken, teneinde de continuïteit van de menselijke activiteiten en de logistieke keten alsook de onderlinge verbindingen tussen kustgebieden en achterland te waarborgen; is van mening dat hiermee het verschijnsel dat kustgebieden als grenzen worden beschouwd, kan worden vermeden;
20. ist der Ansicht, dass die Schnittstellen zwischen land- und seegestützter Raumplanung gestärkt werden sollten, um die Kontinuität der menschlichen Aktivitäten und der Logistikkette sowie die Vernetzung zwischen den Küsten und ihrem Hinterland sicherzustellen; ist der Ansicht, dass dies dazu beitragen könnte, das Phänomen, dass Küsten als Grenzen behandelt werden, zu beseitigen;
