28. benadrukt dat media-educatie voor ouderen plaats moet vinden op locaties waar ouderen zich doorgaans ophouden, zoals bijvoorbeeld verenigingen, verpleeg- en verzorgingstehuizen, instellingen voor begeleid wonen, vrije tijd en hobbygroepen, activiteiten- en seniorenkringen;
28. betont, dass Medienarbeit mit älteren Personen an den Orten erfolgen muss, wo sie sich aufhalten, wie z.B. Vereine, Alten- und Pflegeheime, Einrichtungen des betreuten Wohnens, Freizeit- und Hobbygruppen, Initiativen oder Seniorenkreise;