Volgens de Ministerraad zou het Hof niet bevoegd zijn om de prejudiciële vragen te beantwoorden, omdat het niet zou worden ondervraagd over de bestaanbaarheid met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, van de artikelen 2 en 433decies van het Strafwetboek, maar over de interpretatie van de strafmaat waarin de artikelen 433decies en volgende voorzien, vergeleken met die waarin artikel 77bis, § 1bis, van de Vreemdelingenwet voorzag.
Nach Auffassung des Ministerrates sei der Hof nicht zuständig, um die präjudiziellen Fragen zu beantworten, weil er nicht zur Vereinbarkeit der Artikel 2 und 433decies des Strafgesetzbuches mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, sondern zur Auslegung des in den Artikeln 433decies ff. vorgesehenen Strafmasses im Vergleich zu dem in Artikel 77bis § 1bis des Ausländergesetzes vorgesehenen Strafmass befragt werde.