1. In afwijking van artikel 3, lid 1, en met inachtneming van de leden 2, 3, 4 en 5, kan worden toegestaan dat op vaartuigen die in het bezit zijn van een speciaal visdocument aan boord vinnen van dode haaien worden afgesneden en dat dergelijke vaartuigen haaienvinnen aan boord houden, overladen of aanlanden.
(1) Abweichend von Artikel 3 Absatz 1 und nach Maßgabe der Absätze 2, 3, 4 und 5 des vorliegenden Artikels kann Schiffen, die im Besitz einer speziellen Fangerlaubnis sind, erlaubt werden, Haifischflossen von toten Haifischen an Bord abzutrennen und Haifischflossen an Bord mitzuführen oder sie umzuladen oder anzulanden.