12. erkent de noodzaak van een ontsnappingsclausule voor niet te voorziene activiteiten van de EU; dringt er evenwel op aan dat artikel 308 van het Verdrag in dier voege wordt herzien dat het Parlement medebeslissingsrecht krijgt wanneer de EU op deze rechtsgrondslag zou gaan optreden, om te voorkomen dat terreinen die tot dusverre onder de medebeslissingsbevoegdheid van de parlementen van de lidstaten vielen, via artikel 308 van het
Verdrag aan iedere parlementaire zeggenschap zouden kunnen worden onttrokken; dringt voorts aan op beperking van de geldigheidsduur van op deze rechtsgrondslag uitgevaardigde regelingen tot aan de eerstvol
...[+++]gende herziening van het Verdrag, bij welker gelegenheid moet worden besloten in het Verdrag al dan niet een daartoe strekkende bevoegdheidsclausule op te nemen dan wel de bewuste bevoegdheid niet op EU-niveau uit te oefenen; alleen op die wijze kan aan het uitzonderlijke karakter van artikel 308 van het Verdrag recht worden gedaan; 12. erkennt die Notwendigkeit einer Ausweichklausel für unvorhersehb
are Tätigkeiten der Gemeinschaft an; fordert aber eine Neuformulierung von Artikel 308 des Vertrages dahingehend, dass ein Tätigwerden der EU auf dieser Rechtsgrundlage die Mitentscheidung des Parlaments beinhaltet, um zu verhindern, dass Bereiche, die bisher in der Mitentscheidung der mitgliedstaatlichen Parlamente standen, über Artikel 308 des
Vertrages jeglicher parlamentarischen Mitbestimmung entzogen werden können; fordert außerdem die zeitliche Begrenzung von
...[+++]auf dieser Rechtsgrundlage erlassenen Vorschriften bis zur jeweils nächsten Vertragsrevision, anlässlich der die Entscheidung zu treffen ist, eine reguläre Kompetenzvorschrift in den Vertrag aufzunehmen oder die Kompetenz nicht weiter auf der Ebene der EU auszuüben; einzig diese Regelung ist dem Ausnahmecharakter des Artikel 308 des Vertrags angemessen;