32. benadrukt het belang van thuiszorg voor patiënten en ouderen, en de cruciale bijdrage die non-profit- en vrijwilligersorganisaties leveren aan de zorgverlening aan mensen met Alzheimer en andere aan het verouderingsproces gerelateerde ziekten; spoort de lidstaten aan vormen van partnerschap te creëren met die organisaties, en hun activiteiten te ondersteunen; vraagt de lidstaten daarnaast voldoende oog te hebben voor en erkenning te geven aan mensen die informele zorg verlenen aan mensen die aan deze ziekten lijden;
32. weist darauf hin, dass es ambulante Pflegedienste für die Patienten und ältere Menschen geben muss, und dass nicht gewinnorientierte und gemeinnützige Organisationen ganz erheblich an der Betreuung von Patienten beteiligt sind, die an Alzheimer und anderen altersbedingten Erkrankungen leiden; fordert die Mitgliedstaaten auf, Formen der partnerschaftlichen Zusammenarbeit mit diesen Organisationen zu entwickeln und sie bei ihrer Tätigkeit zu unterstützen; fordert die Mitgliedstaaten auf, die von den Angehörigen der Patienten geleistete nicht professionelle Pflege gebührend zu würdigen und anzuerkennen;