Uit die rechtspraak blijkt dat door de daadwerkelijkheid van het recht van vrij verkeer, dat aan de burger van de Unie is gewaarborgd bij de artikelen 20 en 21 van het VWEU, bij artikel 45 van het Handvest van de grondrechten en bij de richtlijn 2004/38/EG, de verplichting is opgelegd dat
die laatste, in de lidstaat waarvan hij onderdaan is, ten voordele van zijn familieleden met wie hij in een andere lidstaat verbleef, een verblijfsrecht kan verkrijgen onder dezelfde voorwaarden als die waaraan het verblijfsrecht van zijn familielede
...[+++]n, krachtens het recht van de Europese Unie, in dat gastland was onderworpen. Aus dieser Rechtsprechung geht hervor, dass aufgrund der Wirksamkeit des Rechtes auf Freizügigkeit, das dem Unionsbürger durch die Artikel 20 und 21 des AEUV, durch Artikel 45 der Charta der Grundrechte und durch die Richtlinie 2004/38/EG gewährleistet wird, die Verpflichtung gilt, da
ss Letzterer in dem Mitgliedstaat, dessen Staatsangehöriger er ist, für seine Familienangehörigen, mit denen er sich in einem anderen Mitgliedstaat aufgehalten hat, unter den gleichen Bedingungen wie denjenigen, denen das Aufenthaltsrecht seiner Familienangehörigen aufgrund des Rechts der Europäischen Union in diesem Gastland unterlag, ein Aufenthaltsrecht e
...[+++]rhalten kann.