G. overwegende dat het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voorziet in een procedure ter bepaling van de omvang van de jaarlijkse algemene begroting van de Europese Unie, die door het Parlement en de Raad is aangevuld in het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsdiscipline betreffende de financiële vooruitzichten voor de periode 2000-2006,
G. in der Erwägung, dass der EG-Vertrag ein Verfahren zur Festlegung des Umfangs des jährlichen Gesamthaushaltsplans der Europäischen Union vorsieht, das mit der Interinstitutionellen Vereinbarung vom 6. Mai 1999 zwischen dem Europäischen Parlament, dem Rat und der Kommission über die Haushaltsdisziplin und die Verbesserung des Haushaltsverfahrens , die die Finanzielle Vorausschau für den Zeitraum 2000-2006 enthält, ergänzt wurde,