De verwijzende rechter vraagt of artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, enerzijds, het in geen enkele objectieve
berekeningsmethode voorziet voor de bezoldiging voor buitengewone ambtsverrichting
en vervuld door een voorlopige bewindvoerder en, an
derzijds, het evenmin voorziet in een bijzondere procesrechtelijke vertegenwoordiging van de beschermde persoon aange
...[+++]zien deze zijn rechten, die tegengesteld zouden kunnen zijn aan die van die laatste, niet kan laten gelden.
Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 488bis des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern er einerseits keine objektive Berechnungsmethode der Vergütungen für aussergewöhnliche Aufgaben eines vorläufigen Verwalters und andererseits ebenfalls keine besondere verfahrensrechtliche Vertretung einer geschützten Person vorsehe, da diese nicht ihre Rechte geltend machen könne, die denjenigen des Verwalters entgegengesetzt sein könnten.