Met de oprichting van een dergelijke eenheid werd tevens tegemoetgekomen aan de kritiek van de Rekenkamer naar aanleiding van URBAN I, namelijk dat bij de behandeling van de programma's te veel ambtenaren betrokken zijn en dat het personeelsverloop te groot is.
Außerdem wurde damit auf die Kritik des Rechnungshofes an URBAN I geantwortet, der die übermäßige Zahl von Beamten, die die Programme behandeln, sowie den starken Personalwechsel beanstandet hatte.