3. herinnert aan zijn verzoek om een personeelsbeleid voor delegaties van de EU dat aansluit bij de politieke prioriteiten van de EU in een bepaalde regio en dat flexibel genoeg is om in te kunnen spelen op crises; dringt er bij de EDEO en de Commissie op aan een gemeenschappelijke benadering te vinden voor het personeel van de delegaties en voor een toewijzing van taken in overeenstemming met deze beginselen, en verzoekt om een passende coördinatie tussen de diensten te waarborgen, ter verbetering van de samenhang van het EU-beleid en ter verwezenlijking van synergieën op begrotingsgebied;
3. verweist auf seine Forderung nach einer Personalpolitik in den EU-Delegationen, die die politischen Prioritäten der Europäischen Union in einer bestimmten Region und die für die Reaktion auf Krisen geforderte Flexibilität berücksichtigt; fordert den EAD und die Kommission auf, sich auf einen gemeinsamen Ansatz in Bezug auf Delegationsmitarbeiter und eine Aufgabenverteilung gemäß diesen Grundsätzen zu verständigen und eine angemessene Koordinierung zwischen den Diensten sicherzustellen, um die Kohärenz der Politik der EU zu stärken und zu Synergien im Haushaltsbereich beizutragen;