Dienaangaande wijst het Hof erop, dat het recht van een buitenlander om een bepaald land binnen te komen of er te verblijven, door dat verdrag niet wordt gewaarborgd, maar dat het uitsluiten van die persoon uit een land waar zijn naaste verwanten wonen, in bepaalde gevallen een inmenging in het recht op eerbiediging van het gezinsleven kan zijn.
Der Gerichtshof führt hierzu aus, dass durch die Konvention kein Recht eines Ausländers gewährleistet wird, in ein bestimmtes Land einzureisen oder sich dort aufzuhalten, dass es jedoch in bestimmten Fällen einen Eingriff in das Recht auf Achtung des Familienlebens darstellen kann, wenn dieser Person die Einreise in ein oder der Aufenthalt in einem Land verweigert wird, in dem seine nahen Verwandten wohnen.