Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Advies geven over rechterlijke uitspraken
Adviseren over rechterlijke uitspraken
Gerechtelijke autoriteit
Inlichten over een rechterlijk vonnis
Justitiële autoriteit
Raad geven over rechterlijke uitspraken
Rechterlijk ambt
Rechterlijk orgaan
Rechterlijke autoriteit
Rechterlijke beslissingen nemen
Rechterlijke bevoegdheid
Rechterlijke en semi-rechterlijke organen
Rechterlijke instantie
Rechterlijke macht
Rechterlijke orde
Rechterlijke overheid
Wettelijke besluiten nemen

Traduction de «pmoi om rechterlijke » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
gerechtelijke autoriteit | justitiële autoriteit | rechterlijk orgaan | rechterlijke autoriteit | rechterlijke instantie | rechterlijke overheid

Gericht | Justizbehörde | Organ der Rechtspflege | Organ mit richterlichen Aufgaben | Rechtsorgan


raad geven over rechterlijke uitspraken | advies geven over rechterlijke uitspraken | adviseren over rechterlijke uitspraken

Beratung zu rechtlichen Entscheidungen leisten


rechterlijke en semi-rechterlijke organen

Organe mit richterlichen und quasi-richterlichen Aufgaben


rechterlijke bevoegdheid wordt beoordeeld bij aanhangigmaking | rechterlijke competentie wordt beoordeeld bij het aanbrengen

die Zuständigkeit eines Gerichts ist zum Zeitpunkt seiner Befassung zu beurteilen










inlichten over een rechterlijk vonnis

über Gerichtsurteil informieren


rechterlijke beslissingen nemen | wettelijke besluiten nemen

rechtliche Entscheidungen treffen
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
12 Bij arrest van 17 april 2002 heeft de High Court [het] verzoek [van de PMOI] om rechterlijke toetsing van het besluit van de Home Secretary van 28 maart 2001 verworpen [...], hoofdzakelijk op grond dat de POAC het passende forum was om [de] argumenten [van de POMI] te horen, waaronder die betreffende het recht te worden gehoord.

12 Mit Urteil vom 17. April 2002 wies [dieses Gericht] den Antrag der [PMOI] auf gerichtliche Überprüfung der Verordnung des Home Secretary vom 28. März 2001 zurück und führte im Wesentlichen aus, dass die POAC das geeignete Forum sei, um über das . Vorbringen der [PMOI], einschließlich des Vorwurfs einer Verletzung des rechtlichen Gehörs, zu entscheiden.


„2 Bij uitspraak van 7 mei 2008 heeft de Court of Appeal of England and Wales, Verenigd Koninkrijk (hierna: ‚Court of Appeal’), het verzoek van de [Home Secretary] afgewezen om bij deze rechterlijke instantie hoger beroep te mogen instellen tegen de beslissing van de [POAC] van 30 november 2007, waarbij deze commissie een beroep tegen het besluit van de Home Secretary van 1 september 2006 houdende weigering tot opheffing van het verbod van de [PMOI] als een bij terrorisme betrokken organisatie had toegewezen en voornoemde Home Secretary had gelast, aan het parlement van het V ...[+++]

„2 Mit Urteil vom 7. Mai 2008 wies der Court of Appeal (England Wales) des Vereinigten Königreichs (im Folgenden: Court of Appeal) einen Antrag des [Home Secretary] auf Zulassung eines Rechtsmittels gegen die Entscheidung der [POAC] vom 30. November 2007 zurück, mit der einer Beschwerde gegen den Beschluss des Home Secretary vom 1. September 2006, die Aufhebung des Verbots der [PMOI] als einer am Terrorismus beteiligten Organisation abzulehnen, stattgegeben und der Home Secretary angewiesen wurde, dem Parlament des Vereinigten Königreichs den Entwurf einer Verordnung (Order) über die Streichung der Klägerin von der Liste der im Verein ...[+++]


Met betrekking tot die middelen heeft het Gerecht in punt 78 van het bestreden arrest geoordeeld dat enerzijds niet rechtens genoegzaam was aangetoond dat het litigieuze besluit in overeenstemming met de bepalingen van artikel 1, lid 4, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931 en artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 was vastgesteld, en anderzijds dat alleen al de omstandigheden waaronder dit besluit was vastgesteld, afbreuk deden aan het fundamentele recht van de PMOI op een effectieve rechterlijke toetsing.

Zu diesen Klagegründen ist es in Randnr. 78 des angefochtenen Urteils zu der Schlussfolgerung gelangt, dass zum einen nicht rechtlich hinreichend erwiesen sei, dass der streitige Beschluss im Einklang mit Art. 1 Abs. 4 des Gemeinsamen Standpunkts 2001/931 und Art. 2 Abs. 3 der Verordnung Nr. 2580/2001 erlassen worden sei, und dass zum anderen die Umstände, unter denen er erlassen worden sei, als solche schon das Grundrecht der Klägerin auf eine effektive gerichtliche Kontrolle verletzten.


[De PMOI] heeft tegen dat besluit twee parallelle rechtsmiddelen aangewend, een beroep (appeal) voor de Proscribed Organisations Appeal Commission (commissie van beroep betreffende verboden organisaties, POAC), en een verzoek om rechterlijke toetsing (judicial review) voor de High Court of Justice (England and Wales), Queen’s Bench Division (Administrative Court) [...].

Die [PMOI] legte parallel zwei Rechtsbehelfe gegen diese Verordnung ein, eine Beschwerde (appeal) bei der Proscribed Organisations Appeal Commission (Beschwerdeausschuss für verbotene Organisationen, POAC) und einen Antrag auf gerichtliche Überprüfung (judicial review) beim High Court of Justice (England Wales), Queen’s Bench Division (Administrative Court) .


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Tot staving van haar conclusies voerde de PMOI in wezen vijf middelen aan: het eerste middel betrof een kennelijke beoordelingsfout, het tweede schending van artikel 1, lid 4, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931, van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 en van de regels betreffende de bewijslast, het derde middel was ontleend aan schending van het recht op effectieve rechterlijke bescherming, het vierde aan schending van de rechten van de verdediging en van de motiveringsplicht en het vijfde middel aan misbruik van bevoegdheid of van procedure.

Die PMOI stützte ihre Klage im Wesentlichen auf fünf Gründe, mit denen sie erstens einen offensichtlichen Beurteilungsfehler, zweitens einen Verstoß gegen Art. 1 Abs. 4 des Gemeinsamen Standpunkts 2001/931, gegen Art. 2 Abs. 3 der Verordnung Nr. 2580/2001 und gegen die Beweislastregeln, drittens eine Verletzung des Rechts auf effektiven gerichtlichen Rechtsschutz, viertens eine Verletzung der Verteidigungsrechte und der Begründungspflicht und fünftens einen Ermessens‑ oder Verfahrensmissbrauch geltend machte.


w