Uit de parlementaire voorbereiding van de decreten blijkt immers dat de decreetgever in de beide gevallen de vacante betrekkingen bij voorrang heeft willen toewijzen aan de leerkrachten voor wie reaffectatiemaatregelen gelden of die in disponibiliteit zijn gesteld bij ontstentenis van betrekking, ongeacht of het gaat om wervings-, selectie- of bevorderingsambten (Parl. St., Franse Gemeenschapsraad, 1992, nr. 61/1, pp. 11, 13 en 54, en nr. 61/2, p. 23; ibid., 1993-1994, nr. 156/1, pp.
Aus den Vorarbeiten zu den Dekreten geht nämlich hervor, dass der Dekretgeber in beiden Fällen beabsichtigte, dass offene Stellen vorrangig an Lehrkräfte vergeben würden, die Gegenstand von Massnahmen der Neuzuweisung oder der Zurdispositionstellung wegen Fehlens einer Stelle sind, ungeachtet dessen, ob es sich um Anwerbungs-, Auswahl- oder Beförderungsämter handelt (Parl. Dok., Rat der Französischen Gemeinschaft, 1992, Nr. 61/1, SS. 11, 13 und 54, und Nr. 61/2, S. 23; ebenda, 1993-1994, Nr. 156/1, SS. 9, 11 und 13, und Nr. 156/2, S. 20).