5. Indien een goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring heeft verleend, vaststelt dat de overeenkomstig lid 1 overeengekomen regelingen niet worden toegepast, significant afwijken van de overeengekomen regelingen en controleplannen, niet meer worden toegepast of niet langer als afdoende worden beschouwd, terwijl de productie wel wordt voortgezet, neemt zij ofwel de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de procedure voor de overeenstemming van de productie correct wordt nageleefd, of trekt zij de EU-typegoedkeuring in.
(5) Stellt eine Genehmigungsbehörde, die eine EU-Typgenehmigung erteilt hat, fest, dass die in Absatz 1 genannten Vorkehrungen nicht angewandt werden, erheblich von den in Absatz 1 genannten festgelegten Vorkehrungen abweichen, nicht mehr angewandt oder nicht mehr als geeignet betrachtet werden, obwohl die Produktion nicht eingestellt wurde, so ergreift sie entweder die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass das Verfahren zur Gewährleistung der Übereinstimmung der Produktion ordnungsgemäß eingehalten wird, oder sie entzieht die EU-Typgenehmigung.
