A. overwegende dat ondanks de "communautarisering” van het asiel- en immigratiebeleid waartoe het Verdrag van Amsterda
m verplicht, bij de Raad een duidelijke tendens blijft bestaan om op deze terreinen de intergouvernementele procedure toe te passen die kenmerkend was voor de derde pijler en die in het verlengde lijkt te liggen van een gebrek aan transparantie waa
rop in het verleden herhaaldelijk kritiek is uitgeoefend, en dat deze tendens is gebleken uit de keuze van de Raad om een Groep van hoog niveau op te zetten waarop men geen
...[+++]democratische controle uit heeft kunnen oefenen,
A. in der Erwägung, daß der Rat trotz der im Vertrag von Amsterdam geforderten Vergemeinschaftung der Einwanderungs- und Asylpolitiken in diesem Bereich weiterhin eindeutig zum zwischenstaatlichen Vorgehen der dritten Säule tendiert, was einer Logik der Intransparenz folgt, die in der Vergangenheit vielfach kritisiert worden ist, und daß sich diese Tendenz in der Entscheidung des Rates geäußert hat, eine hochrangige Gruppe einzusetzen, die keiner demokratischen Kontrolle unterzogen werden konnte,