Door aan de Raad de bevoegdheid toe te kennen om de leden van het Rechtscollege te benoemen, heeft de bijzondere wetgever gewild « dat de verschillende stromingen binnen deze Raad ook vertegenwoordigd zijn in het college van 9 leden » (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 558/5, p. 297).
Indem der Sondergesetzgeber dem Rat die Befugnis verliehen hat, die Mitglieder des rechtsprechende Kollegiums zu ernennen, wollte er, « dass die verschiedenen Strömungen innerhalb dieses Rates auch im Kollegium von neun Mitgliedern vertreten sind » (Parl. Dok., Senat, 1992-1993, Nr. 558/5, S. 297).