Ofschoon de wetgever het niet nodig heeft geacht de samenstelling van de algemene vergadering van de Raad van State uitdrukkelijk in die zin te regelen, heeft hij de Raad van State niettemin niet willen verhinderen om bij de voordracht van een lijst van drie kandidaten voor een vacant ambt van staatsraad, de algemene vergadering in die zin samen te stellen dat een aantal staatsraden geen zitting erin hebben.
Obwohl der Gesetzgeber es nicht als notwendig erachtet hat, die Zusammensetzung der Generalversammlung des Staatsrates ausdrücklich in diesem Sinne zu regeln, hat er den Staatsrat dennoch nicht daran hindern wollen, bei der Invorschlagbringung einer Liste von drei Bewerbern für ein vakantes Amt als Staatsrat die Generalversammlung in dem Sinne zusammenzustellen, dass eine Reihe von Staatsräten nicht darin tagen.