Artikel 11, lid 3, schrijft voor dat beleggingsondernemingen die orders uitvoeren die door een andere onder de RBD vallende beleggingsonderneming voor rekening van een derde zijn geplaatst, de aard van de uiteindelijke belegger moeten controleren zodat een passende bescherming kan worden geboden.
Artikel 11 Absatz 3 sieht vor, daß Wertpapierfirmen, die Order einer anderen Wertpapierfirma im Namen von Dritten ausführen, gehalten sind, die Wesensart des endgültigen Anlegers im Hinblick auf die Anwendung angemessener Wohlverhaltensregeln zu bewerten.