De Vlaamse Regering betoogt voorts dat het « situeren » van de identiteitskaart in de betrekkingen tussen de burger en het centrale bestuur geen afbreuk doet aan de principiële bevoegdheid van de gemeenschappen om te beslissen over de taal waarin de identiteitskaart moet worden opgesteld.
Die Flämische Regierung legt anschliessend dar, dass man, indem man den Personalausweis « in den Rahmen » der Beziehungen zwischen dem Bürger und der Zentralverwaltung versetze, der grundsätzlichen Zuständigkeit der Gemeinschaften, über die Sprache zu entscheiden, in der der Personalausweis aufgesetzt werden müsse, keinen Abbruch leiste.