Vertaling van "regio’s waarvan de levensstandaard ver onder het europese gemiddelde ligt " (Nederlands → Duits) :

Het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt echter dat dit soort steun geoorloofd is als daarmee wordt bijgedragen aan de economische ontwikkeling van de regio’s waarvan de levensstandaard ver onder het Europese gemiddelde ligt.
Im Vertrag über die Europäische Union wird jedoch erklärt, dass solche Beihilfen zulässig sind, wenn sie zur wirtschaftlichen Entwicklung von Regionen beitragen, deren Lebensstandard weit unter dem europäischen Durchschnitt liegt.

Ik ben dan ook blij dat de Europese Commissie de oprichting van een tussencategorie heeft voorgesteld voor regio’s waarvan het bbp per hoofd van de bevolking tussen 75 en 90 procent van het Europese gemiddelde ligt.
Ich bin aus diesem Grund froh, dass die Europäische Kommission die Schaffung einer Zwischenkategorie für solche Regionen vorgeschlagen hat, in denen das Pro-Kopf-BIP zwischen 75 % und 90 % des EU-Durchschnitts beträgt.

2. wijst erop dat de financiering van het cohesiebeleid bevorderlijk moet zijn voor de duurzame ontwikkeling van de EU als geheel, met name door te waarborgen dat er beter gebruik wordt gemaakt van het potentieel van regio's en subregio's met een bbp dat onder het EU-gemiddelde ligt en door de economische en sociale cohesie te bevorderen met als doel voorzieningen te treffen om regionale verschillen te verminderen en reële convergentie te stimuleren; wijst erop dat het cohesiebeleid een belangrijk instrument is om de 20-20-20 doelstelling voor 2010 te verwezenlijken, een samenhangende strategie uit te stippelen voor een Europese economie met een hoge energie-efficiëntie en een laag CO2-emissieniveau op middellange en lange termijn en aandacht te besteden aan kwesties inzake de veiligstelling van de energievoorziening en het potentieel voor het scheppen van werkgelegenheid op de interne markt; stelt vast dat bij de investeringen in projecten op het gebied van energie-efficiëntie, energie-infrastructuur en hernieuwbare energiebronnen, de ontwikkeling van het breedbandnetwerk en het gebruik van ICT bij overheid en bedrijfsleven niet de verwachte vooruitgang is geboekt;
2. weist darauf hin, dass die Finanzmittel für die Umsetzung der Kohäsionspolitik der nachhaltigen Entwicklung der gesamten EU dienen sollten, insbesondere durch bessere Nutzung des Potenzials der Regionen und Teilregionen, die ein geringeres BIP als der EU-Durchschnitt aufweisen, und durch Förderung des wirtschaftlichen und sozialen Zusammenhalts, bei der Maßnahmen getroffen werden sollen, um die regionalen Ungleichgewichte zu verringern und die reale Konvergenz zu verbessern; weist darauf hin, dass die Kohäsionspolitik ein wichtiges Instrument ist, um für 2020 das 20-20-20-Ziel zu erreichen und eine schlüssige Strategie aufzustellen, mit der sich mittel- bis langfristig eine energieeffiziente europäische Wirtschaft mit geringen CO2-Emissionen erreichen lässt, und um Fragen der Energiesicherheit und das Potenzial zur Schaffung von Arbeitsplätzen in einem Binnenmarkt zu berücksichtigen; stellt fest, dass die Investitionen in Vorhaben in den Bereichen der Energieeffizienz, der Energieinfrastruktur und der erneuerbaren Energien, in den Ausbau von Breitbandnetzen und die Nutzung von IKT im öffentlichen und Unternehmenssektor nicht wie erhofft vorankommen;

B. overwegende dat meer dan 80 miljoen personen, ofwel circa 16% van de totale bevolking van de Europese Unie een handicap heeft, waaronder personen met mentale handicaps, in het bijzonder autisme, en dat de werkloosheid onder personen met een handicap minstens twee maal zo hoog ligt als de werkloosheid onder personen zonder handicap; overwegende dat mensen met een handicap een kwetsbare groep vormen, waarvan het armoedepercentage 70% boven het gemiddelde ligt; overwegende dat de arbeidsparticipatie onder mensen met een handicap slechts circa 45% bedraagt, terwijl goede banen economische onafhankelijkheid verzekeren en persoonlijke ontplooiing bevorderen, overwegende dat werkloosheid het risico om door armoede en maatschappelijke uitsluiting te worden getroffen vergroot, en dat ten minste een kwart van de bevolking wel eens geconfronteerd wordt met een geestelijk-gezondheidsprobleem en dit bij 10% van de betrokkenen kan leiden tot chronische, invaliderende geestelijke-gezondheisproblemen; erop wijzend dat er een actieve en gerichte beleidsmaatregelen nodig zijn om deze aanhoudende situatie te bestrijden; overwegende dat het grotere risico op armoede voor mensen met een handicap het gevolg is van de veelal beperkte toegang tot arbeid en scholing alsmede tot gezondheidszorg en adequate behandeling,
B. in der Erwägung, dass über 80 Millionen Menschen oder etwa 16 % der gesamten Bevölkerung der Europäischen Union mit Behinderungen leben, einschließlich Menschen mit psychischen Erkrankungen und insbesondere mit Autismus, und dass die Arbeitslosenrate unter ihnen mindestens doppelt so hoch ist wie unter Menschen ohne Behinderungen; in der Erwägung, dass Menschen mit Behinderungen eine verwundbare Gruppe darstellen, deren Armutsquote 70 % über dem Durchschnitt liegt; in der Erwägung, dass die Beschäftigungsquote von Menschen mit Behinderungen lediglich etwa 45 % beträgt und dass hochwertige Arbeitsplätze wirtschaftliche Unabhängigkeit gewährleisten und die Selbstentfaltung fördern; in der Erwägung, dass Arbeitslosigkeit das Risiko von Armut und sozialer Ausgrenzung erhöht, da mindestens ein Viertel der Bevölkerung einmal im Leben unter psychischen Problemen leidet und dies bei 10 % der Betroffenen zu chronischen psychischen Erkrankungen führen kann, was die Notwendigkeit aktiver und gezielter politischer Maßnahmen zur Bekämpfung dieser fortbestehenden Situation deutlich macht; in der Erwägung, dass das größere Armutsrisiko die Folge eines häufig eingeschränkten Zugangs zu Beschäftigung und Ausbildung, aber auch zur Gesundheitsfürsorge und zu einer angemessenen Betreuung ist,

B. overwegende dat meer dan 80 miljoen personen, ofwel circa 16% van de totale bevolking van de Europese Unie een handicap heeft, waaronder personen met mentale handicaps, in het bijzonder autisme, en dat de werkloosheid onder personen met een handicap minstens twee maal zo hoog ligt als de werkloosheid onder personen zonder handicap; overwegende dat mensen met een handicap een kwetsbare groep vormen, waarvan het armoedepercentage 70% boven het gemiddelde ligt; overwegende dat de arbeidsparticipatie onder mensen met een handicap slechts circa 45% bedraagt, terwijl goede banen economische onafhankelijkheid verzekeren en persoonlijke ontplooiing bevorderen, overwegende dat werkloosheid het risico om door armoede en maatschappelijke uitsluiting te worden getroffen vergroot, en dat ten minste een kwart van de bevolking wel eens geconfronteerd wordt met een geestelijk-gezondheidsprobleem en dit bij 10% van de betrokkenen kan leiden tot chronische, invaliderende geestelijke-gezondheisproblemen; erop wijzend dat er een actieve en gerichte beleidsmaatregelen nodig zijn om deze aanhoudende situatie te bestrijden; overwegende dat het grotere risico op armoede voor mensen met een handicap het gevolg is van de veelal beperkte toegang tot arbeid en scholing alsmede tot gezondheidszorg en adequate behandeling;
B. in der Erwägung, dass über 80 Millionen Menschen oder etwa 16 % der gesamten Bevölkerung der Europäischen Union mit Behinderungen leben, einschließlich Menschen mit psychischen Erkrankungen und insbesondere mit Autismus, und dass die Arbeitslosenrate unter ihnen mindestens doppelt so hoch ist wie unter Menschen ohne Behinderungen; in der Erwägung, dass Menschen mit Behinderungen eine verwundbare Gruppe darstellen, deren Armutsquote 70 % über dem Durchschnitt liegt; in der Erwägung, dass die Beschäftigungsquote von Menschen mit Behinderungen lediglich etwa 45 % beträgt und dass hochwertige Arbeitsplätze wirtschaftliche Unabhängigkeit gewährleisten und die Selbstentfaltung fördern; in der Erwägung, dass Arbeitslosigkeit das Risiko von Armut und sozialer Ausgrenzung erhöht, da mindestens ein Viertel der Bevölkerung einmal im Leben unter psychischen Problemen leidet und dies bei 10 % der Betroffenen zu chronischen psychischen Erkrankungen führen kann, was die Notwendigkeit aktiver und gezielter politischer Maßnahmen zur Bekämpfung dieser fortbestehenden Situation deutlich macht; in der Erwägung, dass das größere Armutsrisiko die Folge eines häufig eingeschränkten Zugangs zu Beschäftigung und Ausbildung, aber auch zur Gesundheitsfürsorge und zu einer angemessenen Betreuung ist,