3. Bij de inwerkingtreding van deze verordening, zullen de artikelen 9, 11, 12, 19, 20, lid 1, en 26 van toepassing zijn op alle spoorwegdiensten voor reizigers in de Gemeenschap.
(3) Mit dem Inkrafttreten dieser Verordnung gelten die Artikel 9, 11, 12 und 19, Artikel 20 Absatz 1 und Artikel 26 gemeinschaftsweit für alle Schienenpersonenverkehrsdienste.