De Rekenkamer beweert dat de pogingen die zijn gedaan voor de wederopbouw van een winkelbedrijvenpark na een aardbeving in Italië, waarbij van leningen van onder meer de Europese Investeringsbank zijn gebruikt, in werkelijkheid hebben geleid tot een daling van de werkgelegenheid in het betrokken gebied, omdat Italië de desbetreffende terreinen niet voor bedrijven toegankelijk heeft gemaakt.
Der Hof behauptet, daß die Bemühungen um den Wiederaufbau einer Industriezone nach einem Erdbeben in Italien mit Darlehen der Europäischen Investitionsbank un anderer Geber de facto zu einem Rückgang der Beschäftigung im betreffenden Raum geführt haben, weil Italien nicht das gesamte Areal für die industrielle Entwicklung freigab.