Indien de Commissie gebruik had gemaakt van een vergelijking van de rentetarieven zoals beschreven in de overwegingen 45, 46 en 47, dan zou het voordeel (d.w.z. het verschil tussen de benchmarkrente en de werkelijke rente) niet als een eenmalige subsidie zijn beschouwd.
Hätte die Kommission die Zinssätze in der unter den Randnummern 45 bis 47 beschriebenen Weise verglichen, wäre der Vorteil (d. i. die Differenz zwischen dem Benchmark-Zinssatz und dem tatsächlichen Zinssatz) als wiederkehrende Subvention angesehen worden.