c) op minder dan 20 meter van een oppervlaktewater, een aansluitpunt voor waterwinning, een piëzometer of een inlaat van een riolering; die afstand kan tot 10 meter worden teruggebracht indien het afvloeisel wegens de topografie van de plaats of een specifieke voorziening onmogelijk naar die punten kan afvloeien;
c) in einer Entfernung von weniger als 20 Metern von einem Oberflächengewässer, von einer Wasserentnahmestelle, einem Piezometer oder der Eintrittstelle einer Kanalisation; diese Entfernung kann auf 10 Meter verringert werden, wenn die Lage des Orts oder eine besondere Vorrichtung jegliches Abfließen von Säften zu diesen Punkten verhindert;