G. overwegende dat de commissie er conform het beginsel van loyale samenwerking tussen de lidstaten en de Unie, zoals neergelegd in artikel 4, lid 3 VWEU, op heeft toegezien dat de Raad vóór het einde van het mandaat van de heer Gonzalez-Paramo in mei 2012 bij schrijven van 8 mei 2012 aan de voorzitter van de Eurogroep door de commissievoorzitter namens alle fracties in kennis werd gesteld van het gebrek aan verscheidenheid binnen de directie van de ECB en van de noodzaak een vrouwelijke kandidaat voor te dragen;
G. in der Erwägung, dass entsprechend dem Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit gemäß Artikel 4 Absatz 3 AEUV der Ausschuss vor Ablauf der Amtszeit von Herrn Gonzalez-Paramo im Mai 2012 sichergestellt hat, dass der Rat mit Schreiben vom 8. Mai 2012 vom Ausschussvorsitzenden im Namen aller Fraktionen an den Vorsitzenden der Eurogruppe darüber unterrichtet wurde, dass es bei der Zusammensetzung des Direktoriums der EZB an Vielfalt mangelt und eine Frau als Kandidatin aufgestellt werden muss;