Vertaling van "september 1992 waarin " (Nederlands → Duits) :

Voor de eerste categorie aandelen heeft hij verwezen naar artikel 35ter, § 1, tweede lid, a), van het koninklijk besluit van 23 september 1992, waarin die aandelen zijn omschreven als de « vastrentende en niet-vastrentende effecten die in het kader van een uitgifte zijn verworven met de bedoeling ze bij derden te plaatsen, alsook de effecten die anderszins zijn verworven met de bedoeling ze door te verkopen, om redenen van hun rendement op korte termijn, normaal gezien niet langer dan zes maanden en voor effecten op vaste termijn, korter dan de resterende looptijd van de betrokken effecten ».
Für die erstere Kategorie von Aktien oder Anteilen hat er auf Artikel 35ter § 1 Absatz 2 Buchstabe a) des königlichen Erlasses vom 23. September 1992 verwiesen, in dem diese Aktien oder Anteile als die « festverzinslichen und nicht festverzinslichen Wertpapiere, die im Rahmen einer Ausgabe erworben wurden mit dem Ziel, sie bei Dritten anzulegen, sowie die Wertpapiere, die auf andere Weise erworben wurden mit dem Ziel, sie weiterzuverkaufen aus Gründen ihres kurzfristigen Ertrags, normalerweise nicht länger als sechs Monate, und für Wertpapiere mit fester Laufzeit, die kürzer ist als die verbleibende Laufzeit der betreffenden Wertpapiere » beschrieben sind.

1. onderkent dat de eerste pogingen om een EU-beleid op het terrein van vervoersinfrastructuur te ontwikkelen, die geïnspireerd waren door de 'missing links' van de Europese Rondetafel van Industriëlen (ERT), een impuls kregen door de mededeling van de Commissie van 2 december 1992 over "De toekomstige ontwikkeling van het gemeenschappelijk vervoersbeleid", waarin dit beleid werd gemotiveerd met de doelstellingen van economische groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid, en dat zij op de rails werden gezet door voormalig commissaris voor vervoer Karel Van Miert; merkt op dat met Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken en Beschikking nr. 884/2004/EG werd gepoogd de bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken; ook de impuls die voormalig vicevoorzitter van de Commissie en commissaris voor Energie en Vervoer Loyola de Palacio aan dit beleid heeft gegeven, verdient een bijzondere vermelding;
1. erkennt an, dass die ersten Versuche, eine Verkehrsinfrastrukturpolitik der Europäischen Union zu entwickeln – auf der Grundlage der "fehlenden Verbindungen" des European Roundtable of Industrialists – durch die Mitteilung der Kommission vom 2. Dezember 1992 mit dem Titel "Die künftige Entwicklung der gemeinsamen Verkehrspolitik" mit der Begründung, das Wirtschaftswachstum und die Wettbewerbsfähigkeit fördern und Beschäftigung schaffen zu wollen, umfassend gestärkt und vom ehemaligen für den Verkehr zuständigen Kommissionsmitglied Karel Van Miert auf den Weg gebracht wurden; stellt fest, dass mit Verordnung (EG) Nr. 2236/95 des Rates vom 18. September 1995 über die Grundregeln für die Gewährung von Gemeinschaftszuschüssen für transeuropäische Netze und mit Entscheidung Nr. 884/2004/EG versucht wurde, sich an den oben genannten Zielen zu orientieren; erachtet den Anstoß als erwähnenswert, den die frühere Vizepräsidentin der Kommission und für Energie und Verkehr zuständige Kommissarin Loyola de Palacio zu dieser Politik gegeben hat;

1. onderkent dat de eerste pogingen om een EU-beleid op het terrein van vervoersinfrastructuur te ontwikkelen, die geïnspireerd waren door de 'missing links' van de Europese Rondetafel van Industriëlen (ERT), een impuls kregen door de mededeling van de Commissie van 2 december 1992 over "De toekomstige ontwikkeling van het gemeenschappelijk vervoersbeleid", waarin dit beleid werd gemotiveerd met de doelstellingen van economische groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid, en dat zij op de rails werden gezet door voormalig commissaris voor vervoer Karel Van Miert; merkt op dat met Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken en Beschikking nr. 884/2004/EG werd gepoogd de bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken; ook de impuls die voormalig vicevoorzitter van de Commissie en commissaris voor Energie en Vervoer Loyola de Palacio aan dit beleid heeft gegeven, verdient een bijzondere vermelding;
1. erkennt an, dass die ersten Versuche, eine Verkehrsinfrastrukturpolitik der EU zu entwickeln – auf der Grundlage der „fehlenden Verbindungen“ des European Roundtable of Industrialists – durch die Mitteilung der Kommission vom 2. Dezember 1992 mit dem Titel „Die künftige Entwicklung der gemeinsamen Verkehrspolitik“ mit der Begründung, das Wirtschaftswachstum und die Wettbewerbsfähigkeit fördern und Beschäftigung schaffen zu wollen, umfassend gestärkt und vom ehemaligen für den Verkehr zuständigen Kommissionsmitglied Karel Van Miert auf den Weg gebracht wurden; stellt fest, dass mit Verordnung (EG) Nr. 2236/95 des Rates vom 18. September 1995 über die Grundregeln für die Gewährung von Gemeinschaftszuschüssen für transeuropäische Netze und mit Entscheidung Nr. 884/2004/EG versucht wurde, sich an den oben genannten Zielen zu orientieren; erachtet den Anstoß als erwähnenswert, den die frühere Vizepräsidentin der Kommission und für Energie und Verkehr zuständige Kommissarin Loyola de Palacio zu dieser Politik gegeben hat;

« Schendt de wetgeving inzake de pachtprijsbeperkingen - bepaald in de gewijzigde wet van 4 november 1969 en het koninklijk besluit van 11 september 1989 - toegepast op artikel 7, § 1, 2°, b), van het WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en maakt zij een schending uit van het beginsel van gelijkheid, doordat krachtens voornoemde wetgeving de pachtprijscommissies gemachtigd worden coëfficiënten te bepalen inzake gebouwen gebruikt voor land- en tuinbouwdoeleinden ter berekening van de maximale pachtprijs, waardoor een onverantwoord verschil voortvloeit tussen de belastingplichtigen naargelang de streek en/of provincie waarin het verpachte onroerend goed is gelegen ?
« Verstossen die Rechtsvorschriften über die Pachtpreisbegrenzungen - im abgeänderten Gesetz vom 4. November 1969 und im königlichen Erlass vom 11. September 1989 -, angewandt auf Artikel 7 § 1 Nr. 2 Buchstabe b) des EStGB 1992, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und stellen sie einen Verstoss gegen den Gleichheitsgrundsatz dar, indem aufgrund der besagten Rechtsvorschriften die Pachtpreisausschüsse dazu ermächtigt werden, Koeffizienten für zum Zwecke der Landwirtschaft und des Gartenbaus benutzte Gebäude im Hinblick auf die Ermittlung des maximalen Pachtpreises zu bestimmen, wodurch ein ungerechtfertigter Unterschied zwischen Steuerpflichtigen je nach der Region und/oder Provinz, in der die verpachtete Immobilie gelegen ist, entsteht?

(15) Er dient te worden verzekerd dat het communautaire systeem voor de toekenning van milieukeuren verenigbaar is en gecoördineerd wordt met de prioriteiten van het communautaire milieubeleid en met andere communautaire etiketterings- of kwaliteitsborgingssystemen zoals die waarin is voorzien bij Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van huishoudelijke apparaten(5) en Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen(6).
(15) Es ist sicherzustellen, dass das gemeinschaftliche System zur Vergabe eines Umweltzeichens mit den umweltpolitischen Prioritäten der Gemeinschaft und anderen Kennzeichnungs- oder Qualitätszertifizierungssystemen der Gemeinschaft vereinbar und abgestimmt ist, wie etwa mit den in der Richtlinie 92/75/EWG des Rates vom 22. September 1992 über die Angabe des Verbrauchs an Energie und anderen Ressourcen durch Haushaltsgeräte mittels einheitlicher Etiketten und Produktinformationen(5) und in der Verordnung (EWG) Nr. 2092/91 des Rates vom 24. Juni 1991 über den ökologischen Landbau und die entsprechende Kennzeichnung der landwirtschaftlichen Erzeugnisse und Lebensmittel(6) festgelegten Systemen.

5. De in de artikelen 16 tot en met 22 bedoelde procedure is niet van toepassing in de gevallen waarin wordt voorzien bij artikel 9, lid 2, van Richtlijn 92/74/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (*).
(5) Das Verfahren nach den Artikeln 16 bis 22 ist in den Fällen des Artikels 9 Ziffer 2 der Richtlinie 92/74/EWG des Rates vom 22. September 1992 zur Erweiterung des Anwendungsbereichs der Richtlinie 81/851/EWG zur Angleichung der Rechts- und Verwaltungsvorschriften über Tierarzneimittel und zur Festlegung zusätzlicher Vorschriften für homöopathische Tierarzneimittel (*) nicht anzuwenden.

5. De in de artikelen 8 tot en met 14 bedoelde procedure is niet van toepassing in de gevallen waarin wordt voorzien bij artikel 9, lid 2, van Richtlijn 92/73/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake homeopathische geneesmiddelen (*).
(5) Das Verfahren nach den Artikeln 8 bis 14 ist in den Fällen des Artikels 9 Ziffer 2 der Richtlinie 92/73/EWG des Rates vom 22. September 1992 zur Erweiterung des Anwendungsbereichs der Richtlinien 65/65/EWG und 75/319/EWG zur Angleichung der Rechts- und Verwaltungsvorschriften über Arzneimittel und zur Festlegung zursätzlicher Vorschriften für homöopathische Arzneimittel (*) nicht anzuwenden.