Uit de uiteenzetting van het bero
ep tot vernietiging blijkt dat het Hof eerst wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172, eerste lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten, van artikel 26, eerste lid, 3° en 6°, en derde lid, van de
wet van 19 december 2014, zoals ingevoegd bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, in zoverre bij die bepaling een retroactieve werking zou worden verleend aan de onderwerping aan de vennoot
...[+++]schapsbelasting van de intercommunales waarvan het boekjaar aanvangt bij het begin van het kalenderjaar en afloopt aan het einde ervan en die sinds het aanslagjaar 2016 aan die belasting zijn onderworpen.Aus den Darlegungen der Nichtigkeitsklage geht hervor, dass der Gerichtshof zunächst gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 26 Absatz 1 Nrn. 3 und 6 und Absatz 3 des Gesetze
s vom 19. Dezember 2014, eingefügt durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015, mit den Artikeln 10, 11 und 172 Absatz 1 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetze zu befinden, insofern durch diese Bestimmung der Unterwerfung jener Interkommunalen unter die Gesellschaftssteuer, deren Rechnungsjahr zu Beginn des Kalenderjahres beginne und an dessen Ende ablaufe und die seit dem Steuerjahr 2016 dieser Steuer
...[+++] unterlägen, Rückwirkung verliehen werde.