119. betreurt dat sinds het laatste periodiek verslag geen noemenswaardige vooruitgang is geboekt bij de bestrijding van fraude en corruptie en van de handel in verdovende middelen, alsook op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken en civiele zaken, en verzoekt de Sloveense regering dan ook deze tekortkomingen te compenseren;
119. bedauert, dass bei der Bekämpfung von Betrug und Korruption und bei der Bekämpfung des Drogenhandels ebenso wie bei der justiziellen Zusammenarbeit in Straf- und Zivilsachen seit dem letzten Regelmäßigen Bericht keine nennenswerten Fortschritte zu verzeichnen sind, und fordert daher die slowenische Regierung auf, diese Defizite auszugleichen,