Geschillen inzake de eigendomsrechten betreffende specifieke cultuurgoederen waarvoor geen minnelijke schikking tussen de betrokken partijen getroffen kan worden, kunnen in principe voorgelegd worden aan de bevoegde rechterlijke instanties van de lidstaten.
Grundsätzlich können etwaige Streitigkeiten über Eigentumsrechte an konkreten Kulturgütern, sofern sie nicht einvernehmlich zwischen den betreffenden Parteien geregelt werden können, den zuständigen nationalen Gerichten vorgelegt werden.