In het laatste middel wordt de schending aangevoerd van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « doordat de Vlaamse decreetgever, door een recht op korte berichtgeving in te stellen van een gelijke duur van drie minuten zonder rekening te houden met het bijzonder karakter van het evenement, ten onrechte een gelijke behandeling heeft voorzien van organisatoren van evenementen die objectief gezien van een verschillende aard zijn ».
Im letzten Klagegrund wird ein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung geltend gemacht, « indem der flämische Dekretgeber durch Einführung eines Rechtes auf Sendung von Kurznachrichten mit gleicher Dauer von drei Minuten, ohne der besonderen Beschaffenheit des Ereignisses Rechnung zu tragen, zu Unrecht eine gleiche Behandlung von Veranstaltern von Ereignissen vorgesehen hat, die objektiv betrachtet unterschiedlicher Art sind ».