8. wijst erop dat de duurzaamheid, het belang en de levensvatbaarheid van een stichting, alsmede de effectiviteit van het toezicht, centraal moeten staan om het vertrouwen in de FE te schragen, en pleit er daarom voor om:
8. verweist darauf, dass die Dauerhaftigkeit, Ernsthaftigkeit und Lebensfähigkeit einer Stiftung sowie die Effektivität der Aufsicht im Mittelpunkt stehen müssen, um das Vertrauen in die FE zu festigen, und regt in diesem Zusammenhang an,