De staatshoofden en regeringsleiders verzoeken de voorzitter van de Commissie en de secretaris-generaal van de Raad en hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid hun onderlinge werkverhouding zodanig te regelen dat een soepele en probleemloze overgang wordt verwezenlijkt, en de daartoe noodzakelijke maatregelen te nemen".
Die Staats- und Regierungschefs ersuchen den Kommissionspräsidenten und den Generalsekretär und Hohen Vertreter für die Gemeinsame Außen- und Sicherheitspolitik, die gegenseitigen Arbeitsbeziehungen so zu gestalten, dass der Übergang reibungslos und effizient erfolgen kann, und die hierfür erforderlichen Maßnahmen zu ergreifen".