Paradoxaal genoeg probeert het een consensus te rechtvaardigen, dat wil zeggen unanimiteit die, ik citeer “anders dan de stemming bij meerderheid (of gewogen stemming), de gelijkheid van alle leden waarborgt”.
Paradoxerweise wird damit versucht, das Konsensprinzip zu rechtfertigen, also die Einstimmigkeit, die, ich zitiere, „anders als es bei Mehrheitsbeschlüssen (oder Stimmgewichtung) der Fall ist, die Gleichheit aller Mitglieder garantiert“.