De modelconfiguratie wordt geacht aan de toepasselijke eisen van punt 6.2.6 te voldoen als de gebruiker eventuele draadloze netwerkverbindingen gemakkelijk kan activeren en deactiveren, waarbij voor de gebruiker duidelijk wordt aangegeven (met een symbool, een lichtsignaal of iets dergelijks) dat een draadloze netwerkverbinding is geactiveerd of gedeactiveerd.
Die Anforderungen des Abschnitts 6.2.6 gelten für die Konfiguration des Modells als erfüllt, wenn Benutzer drahtlose Netzverbindungen problemlos aktivieren und deaktivieren können und ihnen durch ein Symbol, eine Leuchtanzeige oder ein gleichwertiges Signal gut sichtbar angezeigt wird, dass drahtlose Netzverbindungen aktiviert bzw. deaktiviert sind.