In de zaken nrs. 5809 en 5843 wordt door de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen aan het Hof een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 1017, 1018 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek in zoverre zij het de belastingplichtige, die in het gelijk is gesteld in een fiscaal geschil waarin hij tegenover de Staat of een gemeente stond, mogelijk maken de veroordeling van zijn tegenstander tot het betalen van de rechtsplegingsvergoeding te verkrijgen.
In den Rechtssachen Nrn. 5809 und 5843 wird der Gerichtshof durch das Gericht erster Instanz Arlon über die Vereinbarkeit der Artikel 1017, 1018 und 1022 des Gerichtsgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, insofern sie es einem Steuerpflichtigen, der in einer Steuerstreitsache gegen den Staat oder eine Gemeinde obsiege, ermöglichten, die Verurteilung seines Gegners zur Zahlung der Verfahrensentschädigung zu erzielen.