19. wijst erop dat het probleem dat leden van het Europees Parlement niet aan de beraadslagingen van de wetenschappelijke comités kunnen deelnemen, in ieder geval ten dele is opgevangen door de toezegging van de Commissie dat alle documenten, met inbegrip van vertrouwelijke stukken, toegankelijk zijn en dat de voorzitters van de wetenschappelijke comités voor vragen en debatten ter beschikking van het Parlement staan;
19. weist darauf hin, daß das Defizit der fehlenden Teilnahmemöglichkeit von Mitgliedern des Europäischen Parlaments an den Beratungen der wissenschaftlichen Ausschüsse durch die Zusage der Kommission, daß sämtliche Unterlagen einschließlich vertraulicher Dokumente zugänglich gemacht und die Vorsitzenden der wissenschaftlichen Ausschüsse dem Parlament für Fragen und Diskussionen zur Verfügung stehen, zumindest teilweise ausgeglichen wird;