In een variant van het model (namelijk het „value at risk”- of „VAR”-model met een „cut-off point” in het tiende jaar) wordt aangegeven dat ongeveer twee derde (34) van de financiële middelen een zeer lange verblijfstijd heeft (wat wordt beschouwd als het minimumniveau waaronder het zeer onwaarschijnlijk is dat de bedragen van de deposito’s in een periode van tien jaar zullen dalen), en een derde heeft een verblijfstijd van 0 tot tien jaar (wat betekent dat deze deposito’s mogelijk binnen een periode van tien jaar worden opgenomen).
In einer Variante des Modells (nach der VaR-Methode (Value at Risk) unter der Annahme, dass die Einlagen im 10. Jahr erlöschen (Cut off)) werden 2/3 der Einlagen (34) sehr lange Verweilzeiten zugewiesen (wobei Einlagen verstanden werden als Mindestniveau, unter das man während des 10-Jahreszeitraums nicht abfallen kann), während für die restlichen Einlagen (1/3) Verweilzeiten von 0 bis 10 Jahren angesetzt werden (also der Teil der Einlagen, der innerhalb von 10 Jahren erlöschen kann).