Uit de memorie van toelichting blijkt bovendien dat het de bedoeling van de wetgever was de discriminatie tussen kinderen die al dan niet uit het huwelijk zijn voortgesproten, af te schaffen (Parl. St., Kamer, 1995-1996, nr. 352/1, pp. 26-27, en nr. 352/11, pp. 4 en 12).
Aus der Begründung geht ausserdem hervor, dass der Gesetzgeber die Diskriminierung zwischen den Kindern, unabhängig von ihrer ehelichen oder unehelichen Geburt, abschaffen wollte (Parl. Dok., Kammer, 1995-1996, Nr. 352/1, SS. 26-27, und Nr. 352/11, SS. 4 und 12).