Aangezien 90 procent van de totale quota aan de oude lidstaten werd toegewezen, bleef er slechts 10 procent over voor de nieuwe lidstaten, hoewel zij meer dan 25 procent van het menselijk kapitaal van de Unie vertegenwoordigen.
Neunzig Prozent der Quote gehen an die alten Mitgliedstaaten und nur 10 % an die neuen, obwohl letztere 25 % des Humankapitals der Union bilden.