(k) bij de keuze van de rassen wordt de voorkeur gegeven aan traaggroeiende, langlevende foklijnen en plaatselijke inheemse rassen en wordt rekening gehouden met het vermogen van de dieren om zich aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen, met hun levenskracht en met hun resistentie tegen ziekten en andere gezondheidsproblemen;
(k) bei den Tierrassen werden vorzugsweise langsam wachsende, langlebige Linien und lokale einheimische Rassen unter Berücksichtigung ihrer Anpassungsfähigkeit an die Umweltbedingungen, ihrer Vitalität und ihrer Widerstandsfähigkeit gegen Krankheiten und Gesundheitsprobleme ausgewählt;