10. benadrukt dat de lidstaten een op hun eigen begrotingssituatie afgestemde strategie moeten volgen en dat ze de toename van hun overheidsuitgaven onder het percentage van de trendmatige groei van het bbp op de middellange termijn moeten houden;
10. betont, dass die Mitgliedstaaten eine Strategie verfolgen sollten, die an die jeweilige Haushaltssituation angepasst ist, und fordert nachdrücklich, dass die Mitgliedstaaten dafür sorgen müssen, dass die Zunahme ihrer Staatsausgaben unterhalb der mittelfristigen Trendwachstumsrate des BIP bleibt;