25. is van mening dat de doeltreffendheid van de Parlementaire Vergadering moet worden verbeterd door de oprichting van parlementaire commissies die gelijktijdig vergaderen tijdens de week waarin de bijeenkomst van de Parlementaire Vergadering plaatsvindt en, indien nodig, in de periode tussen de bijeenkomsten; is van mening dat de resultaten van hun werkzaamheden aan het einde van de bijeenkomst door de Parlementaire Vergadering moeten worden bekrachtigd; meent dat deze commissies een grondige behandeling van de onderwerpen mogelijk maken alsmede een betere communicatie tussen de afgevaardigden;
25. glaubt, dass die Effizienz der Parlamentarischen Versammlung durch die Einsetzung von Ausschüssen gefördert werden sollte, die während der Tagungswoche der Parlamentarischen Versammlung und erforderlichenfalls in der Zeit zwischen den Tagungen zu Sitzungen zusammentreten; vertritt die Auffassung, dass die Ergebnisse der Ausschussarbeit zum Abschluss jeder Tagung von der Parlamentarischen Versammlung bestätigt werden müssten; weist darauf hin, dass die Ausschüsse eine eingehende Behandlung der Themen und eine bessere Kommunikation zwischen den Parlamentariern erlauben werden;