3.Afwikkelingsautoriteiten kunnen de volgende instanties omvatten: bevoegde autoriteiten voor de uitoefening van het toezicht voor de toepassing van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG, centrale banken, bevoegde ministeries of andere overheidsorganen, op voorwaarde dat de lidstaten de noodzakelijke regels en regelingen aannemen om belangenconflicten tussen de toezichtfuncties op grond van de richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG of de andere functies van de betrokken autoriteit en de functies van afwikkelingsautoriteiten op grond van deze richtlijn te vermijden.
3.Bei den Abwicklungsbehörden kann es sich um die für die Zwecke der Richtlinien 2006/48/EG und 2006/49/EG zuständigen Aufsichtsbehörden, um die Zentralbanken, die zuständigen Ministerien oder andere öffentliche Verwaltungsbehörden handeln, sofern die Mitgliedstaaten die erforderlichen Vorschriften und Regelungen erlassen, um Interessenkonflikte zwischen den Aufsichtsfunktionen nach den Richtlinien 2006/48/EG und 2006/49/EG oder anderen Funktionen der jeweiligen Behörde und den Funktionen von Abwicklungsbehörden im Rahmen dieser Richtlinie zu vermeiden.