Wanneer de geldigheid van de door de eerste lidstaat afgegeven verblijfsvergunning voor een gezinslid tijdens de procedure verstrijkt of de houder niet langer het recht geeft legaal op het grondgebied van de tweede lidstaat te verblijven, staat de tweede lidstaat het gezinslid toe op zijn grondgebied te blijven, indien noodzakelijk door een tijdelijke nationale verblijfsvergunning of gelijkwaardige vergunning af te geven, in afwachting van een besluit over de aanvraag door de bevoegde autoriteiten van de tweede lidstaat.
Läuft der vom ersten Mitgliedstaat ausgestellte Aufenthaltstitel eines Familienangehörigen während des Verfahrens ab oder berechtigt dieser den Inhaber nicht länger, sich rechtmäßig im Hoheitsgebiet des zweiten Mitgliedstaats aufzuhalten, so erlaubt der zweite Mitgliedstaat dem Familienangehörigen den Aufenthalt in seinem Hoheitsgebiet, gegebenenfalls indem er einen nationalen vorübergehenden Aufenthaltstitel oder eine gleichwertige Genehmigung erteilt, bis die zuständigen Behörden des zweiten Mitgliedstaats den Antrag beschieden haben.