Het resterende deel van de inspecties werd gewijd aan de veiligheidscontrole in verrijkingsinstallaties voor uranium (bijna 20% van de inspectietijd), kernreactoren (meer dan 15%), installaties voor droge opslag van verbruikte splijtstof, onderzoekscentra, onderzoeksreactoren en kleine installaties.
Der übrige Inspektionsaufwand entfiel auf Urananreicherungsanlagen (fast 20% der Inspektionszeit), Leistungsreaktoren (mehr als 15%), Anlagen für die Trockenlagerung von abgebranntem Brennstoff, Forschungsstätten, Forschungsreaktoren und Kleinanlagen.