2. De bevoegde instanties van een lidstaat kunnen toestaan dat een olietankschip dat onder de vlag van die lidstaat vaart, na de verjaardag van de datum van oplevering in 2005, voor schepen van categorie 1, en in 2010, voor schepen van categorie 2, in de vaart blijft, zij het uitsluitend indien voldaan wordt aan de in artikel 6 bedoelde keuringsregeling scheepvaart.
(2) Die zuständigen Behörden eines Mitgliedstaats dürfen den weiteren Betrieb eines Öltankschiffs unter der Flagge dieses Mitgliedstaats nach dem Jahrestag der Ablieferung des Schiffes im Jahr 2005 für Schiffe der Kategorie 1 und im Jahr 2010 für Schiffe der Kategorie 2 nur dann erlauben, wenn dem in Artikel 6 genannten Zustandsbewertungsschema entsprochen wird.