Overeenkomstig artikel 40, tweede lid, van de Grondwet, is de uitvoerende macht bevoegd om uit te voeren wat de strafrechter heeft beslist, onder voorbehoud van de aan de strafuitvoeringsrechtbank toegekende bevoegdheid wanneer het erom gaat de aard of de duurtijd van de straf te wijzigen.
Gemäss Artikel 40 Absatz 2 der Verfassung ist die ausführende Gewalt befugt, das auszuführen, was der Strafrichter beschlossen hat, unter Vorbehalt der dem Gericht zugewiesenen Befugnis bezüglich der Anwendung der Strafen, wenn es darum geht, die Art oder die Dauer der Strafe zu ändern.