21. benadrukt het belang van de jaarlijkse beoordeling door de Commissie van de naleving van het Handvest, en merkt op dat haar toezichtsverslagen een beoordeling moeten bevatten van de toepassing van de gewaarborgde rechten en een evaluatie van de meest netelige kwesties, de situatie van de meest kwetsbare groepen in de Unie, bestaande lacunes op het vlak van bescherming van de grondrechten en de belangrijkste tendensen en structurele problemen op nationaal niveau en op EU-niveau, met als doel concrete initiatieven en maatregelen voor te stellen; beveelt aan goede praktijken te verspreiden in de lidstaten;
21. unterstreicht die Bedeutung der jährlichen Grundrechtekontrolle durch die Kommission und weist darauf hin, dass ihre Kontrollberichte eine Einschätzung der Umsetzung der garantierten Rechte, eine Bewertung der strittigsten Punkte sowie der Lage der am stärksten schutzbedürftigen Gruppen in der Union, von bestehenden Schutzlücken, Haupttendenzen und strukturellen Probleme auf nationaler und EU-Ebene beinhalten sollten, um konkrete Initiativen und Maßnahmen vorzuschlagen; empfiehlt die Verbreitung vorbildlicher Praktiken unter den Mitgliedstaaten;