Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Beginsel van wederzijdse erkenning
Cassis-van-Dijon-zaak
Erkenning van activa uitvoeren
Erkenning van certificaten
Erkenning van diploma's
Erkenning van een land
Erkenning van een staat
Erkenning van titels
Vaderlijke lijn
Vaderlijke linie
Vaderlijke vererving
Wederzijdse erkenning van diploma's

Vertaling van "vaderlijke erkenning door " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
vaderlijke lijn | vaderlijke linie

väterliche Linie | väterlicherseits


erkenning van diploma's [ erkenning van certificaten | erkenning van titels | wederzijdse erkenning van diploma's ]

Anerkennung der Zeugnisse [ Anerkennung akademischer Titel | Anerkennung der Diplome | Anerkennung der Studienabschlüsse | gegenseitige Anerkennung der Diplome ]


vaderlijke vererving

paternelle Vererbung | väterliche Vererbung


beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]

Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung [ Rechtssache „Cassis de Dijon ]


erkenning van een staat [ erkenning van een land ]

Anerkennung als Staat [ de-facto-Anerkennung | de-jure-Anerkennung ]


Verdrag van de Verenigde Naties over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken | VN-Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken

New Yorker Übereinkommen | Übereinkommen der Vereinten Nationen über die Anerkennung und Vollstreckung ausländischer Schiedssprüche | UN-Übereinkommen über die Anerkennung und Vollstreckung ausländischer Schiedssprüche


erkenning van activa uitvoeren

Vermögenswerte ansetzen und bewerten
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
« Schendt artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning niet meer kan worden ingesteld door het kind na de leeftijd van 22 jaar of na één jaar indien het steeds geweten heeft dat de persoon die het heeft erkend niet zijn vader is, en dit in het geval waarin de vaderlijke erkenning ...[+++]

« Verstößt Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschrechtskonvention, indem er vorsieht, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung vom Kind nicht mehr eingereicht werden kann, nachdem es das 22. Lebensjahr vollendet hat oder nach einem Jahr, wenn es immer gewusst hat, dass die Person, die es anerkannt hat, nicht sein Vater ist, und zwar in dem Fall, dass die väterliche Anerkennung nicht mit der biologis ...[+++]


De voormelde arresten hebben betrekking op de termijn van één jaar wanneer de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning wordt ingesteld door de persoon die de afstamming opeist of door de persoon die het kind heeft erkend, maar niet wanneer zulk een vordering door het kind wordt ingesteld.

Die vorerwähnten Entscheide beziehen sich auf die einjährige Frist, wenn die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, oder von der Person, die das Kind anerkannt hat, eingereicht wird, nicht aber in dem Fall, dass eine solche Klage vom Kind eingereicht wird.


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Snappe, E. Derycke, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 30 april 2015 in zake S.B. tegen C.R. en R.B en in zake S.B, H.D. en R.B. met C.R. als vrijwillig tussenkomende partij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330 § 1 lid 4 B.W. de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 30. April 2015 in Sachen S.B. gegen C.R. und R.B sowie in Sachen S.B, H.D. und R.B. - freiwillig intervenierende Partei: C.R. -, dessen Ausfertigung am 26. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Dendermonde, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
De voormelde arresten hebben betrekking op de termijn van één jaar wanneer de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning wordt ingesteld door de persoon die de afstamming opeist of door de persoon die het kind heeft erkend, maar niet wanneer zulk een vordering door het kind wordt ingesteld.

Die vorerwähnten Entscheide beziehen sich auf die einjährige Frist, wenn die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, oder von der Person, die das Kind anerkannt hat, eingereicht wird, nicht aber in dem Fall, dass eine solche Klage vom Kind eingereicht wird.


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Een eerste wetsvoorstel stelde voor het vaderschap, dat vaststaat op basis van de vaderschapsregel, te laten betwisten « door iedere belanghebbende », naar het voorbeeld van de betwisting van de vaderlijke erkenning (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0597/001, p. 14, en Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-0597/024, p. 59).

In einem ersten Gesetzesvorschlag war vorgesehen, die Vaterschaft, die auf der Grundlage der Vaterschaftsregel feststeht, anfechten zu lassen « durch jeden Interessehabenden », nach dem Beispiel der Anfechtung der väterlichen Anerkennung (Parl. Dok., Kammer, 2003-2004, DOC 51-0597/001, S. 14, und Parl. Dok., Kammer, 2004-2005, DOC 51-0597/024, S. 59).


- het een ongelijkheid in het leven roept tussen de betwisting van de vaderlijke erkenning door de man die het vaderschap opeist van een kind geboren onder de oude afstammingswet en wiens vorderingsrecht beperkt is tot één jaar na de inwerkingtreding van die wet, ongeacht het tijdstip van de kennisname van de erkenning van het kind door een andere man, en de betwisting van de vaderlijke erkenning door de man die het vaderschap opeist van een kind geboren onder de nieuwe wet voor wie de termijn - gelet op het op dit punt ongrondwetteli ...[+++]

- er zu einer Ungleichheit führt zwischen der Anfechtung der väterlichen Anerkennung durch den Mann, der die Vaterschaft eines unter der Geltung des alten Abstammungsgesetzes geborenen Kindes für sich in Anspruch nimmt und dessen Klagerecht auf ein Jahr nach dem Inkrafttreten dieses Gesetzes beschränkt ist, ungeachtet des Zeitpunktes, an dem er die Anerkennung des Kindes durch einen anderen Mann zur Kenntnis genommen hat, und der Anfechtung der väterlichen Anerkennung durch den Mann, der die Vaterschaft eines unter der Geltung des neu ...[+++]


Het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag heeft betrekking op het vertrekpunt van de vervaltermijn van één jaar voor de betwisting van een vaderlijke erkenning, in zoverre dat vertrekpunt een verschil in behandeling in het leven roept tussen, enerzijds, de man die het vaderschap van een kind opeist en die onverwijld kennis heeft genomen van de erkenning van het kind door een andere man en, anderzijds, de man die het vaderschap van een kind opeist en die pas later kennis heeft kunnen nemen van de erkenning van ...[+++]

Der erste Teil der Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf den Anfangspunkt der einjährigen Ausschlussfrist zur Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, insofern dieser Anfangspunkt einen Behandlungsunterschied zwischen dem Mann, der die Vaterschaft des Kindes für sich in Anspruch nimmt und der die Anerkennung des Kindes durch einen anderen Mann unverzüglich zur Kenntnis genommen hat, einerseits und dem Mann, der die Vaterschaft des Kindes für sich in Anspruch nimmt und der die Anerkennung des Kindes durch einen anderen Mann erst später zur Kenntnis nehmen konnte, andererseits herbeiführt.


Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het voorschrijft dat, tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van diegene die het heeft erkend, de vaderlijke erkenning kan worden betwist door de moeder, het kind, de erkenner en de man die het vaderschap opeist, niet met name de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en onder meer artikel 8 ervan, in zoverre de vordering tot vernietiging van de erkenning ...[+++]

Verstößt Artikel 330 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass, außer wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich der Person hat, die es anerkannt hat, die Anerkennung der Vaterschaft von der Mutter, vom Kind, vom Mann, der das Kind anerkannt hat, und vom Mann, der die Vaterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, angefochten werden kann, insbesondere gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, insbesondere Artikel 8 dieser Konvention, indem die Klage auf Nichtigkeitserklärung ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vaderlijke erkenning door' ->

Date index: 2023-09-04
w